Iedereen wil een infarct of een bloeding voorkomen. Dus neem je altijd op tijd de antistollingsmedicatie in. Toch? Hoe kom je er achter of de patiënt inderdaad slikt wat de bedoeling is? Wat zijn belangrijke elementen in medicatieveiligheid zoals rondom een opname of ontslag uit het ziekenhuis? In deze presentatie krijg je een paar handvatten! 

Er zijn verschillende soorten tromboses. Hoe zit dat ook alweer? Wat gebeurt er in de slagaderen en wat in de aderen. En heeft dat met elkaar te maken? Ik neem de verschillen door en daarmee wordt tegelijk duidelijk waarom ook de behandeling verschillend is. 

Jaarlijks krijgen meer dan 12.000 mensen in Nederland een longembolie. Veel patiënten houden langdurig lichamelijke en mentale klachten over aan deze vorm van trombose. Hoe komt dat en is er wat aan te doen?

Wegens groot succes bij de nascholing voor artsen, nu ook in Apeldoorn een presentatie over laaggeletterdheid. Weet jij hoe je laaggeletterdheid kunt herkennen? En wat gezondheidsvaardigheden zijn? Informatie over trombose kunnen vinden, begrijpen en toepassen is moeilijk voor veel mensen. Weet jij hoe dat bij jouw patiënten zit? Begrijpt iedereen wat jij zegt en schrijft?

Iedereen wil een infarct of een bloeding voorkomen. Dus neem je altijd op tijd de antistollingsmedicatie in. Toch? Hoe kom je er achter of de patiënt inderdaad slikt wat de bedoeling is? Wat zijn belangrijke elementen in medicatieveiligheid zoals rondom een opname of ontslag uit het ziekenhuis? In deze presentatie krijg je een paar handvatten! 

Iedere nieuwe patiënt krijgt die mooie informatiebrochure van de FNT. Daar staan echt goeie tips in. Ken jij ze nog? Weet jij welke informatie jij de patiënt eigenlijk mee geeft? We lopen een paar adviezen door en kijken ook naar het waarom van de adviezen, zodat jij weer helemaal op de hoogte bent.

Verplicht te selecteren als dit thema ook in workshop 2 is gekozen

Een bijzonder vorm van trombose is de buikvene trombose. Het wordt veroorzaakt door een bloedprop in een ader die vanuit de darm of milt naar de lever loopt, of een bloedprop in een ader van de lever zelf. Hoe werkt het precies, hoe wordt het gediagnosticeerd en hoe vaak komt het voor.

Er zijn verschillende soorten tromboses. Hoe zit dat ook alweer? Wat gebeurt er in de slagaderen en wat in de aderen. En heeft dat met elkaar te maken? Ik neem de verschillen door en daarmee wordt tegelijk duidelijk waarom ook de behandeling verschillend is. 

Jaarlijks krijgen meer dan 12.000 mensen in Nederland een longembolie. Veel patiënten houden langdurig lichamelijke en mentale klachten over aan deze vorm van trombose. Hoe komt dat en is er wat aan te doen?

Patiënten met kanker hebben een grotere kans op het ontwikkelen van stolsels in de aders van het been en stolsels in de slagaders van de longen dan patiënten zonder kanker. Hoe komt dat en verschilt de behandeling van deze patiënten met die van patiënten zonder kanker? 

De mens heeft verschillende hartkleppen; en soms werken ze niet goed meer. En dan worden ze vervangen door biologische of mechanische kleppen. Wanneer wordt welke type gebruikt en heeft dat consequenties voor de antitrombotische behandeling?

Patiënten met kanker hebben een grotere kans op het ontwikkelen van stolsels in de aders van het been en stolsels in de slagaders van de longen dan patiënten zonder kanker. Hoe komt dat en verschilt de behandeling van deze patiënten met die van patiënten zonder kanker? 

De mens heeft verschillende hartkleppen; en soms werken ze niet goed meer. En dan worden ze vervangen door biologische of mechanische kleppen. Wanneer wordt welke type gebruikt en heeft dat consequenties voor de antitrombotische behandeling?

In dit uur passeren diverse casussen uit de praktijk van het doseren. Een ‘must’ voor iedere doseeradviseur.

Heb je zelf een interessante casus of een specifieke doseervraag? Stuur die dan svp op naar fnt@fnt.nl en wellicht behandelen we deze dan tijdens deze sessie.

Een bijzonder vorm van trombose is de buikvene trombose. Het wordt veroorzaakt door een bloedprop in een ader die vanuit de darm of milt naar de lever loopt, of een bloedprop in een ader van de lever zelf. Hoe werkt het precies, hoe wordt het gediagnosticeerd en hoe vaak komt het voor.

Iedere nieuwe patiënt krijgt die mooie informatiebrochure van de FNT. Daar staan echt goeie tips in. Ken jij ze nog? Weet jij welke informatie jij de patiënt eigenlijk mee geeft? We lopen een paar adviezen door en kijken ook naar het waarom van de adviezen, zodat jij weer helemaal op de hoogte bent.

Vervolg van workshopronde 5